Zonder tape kan ik niet trainen

Leukotape is voor judoka’s essentieel in de voorbereiding op de Olympische Spelen

Met twee dozen Leukotape komt Cynthia Bos de judohal van Papendal binnen. Daar wachten de judoka’s van de nationale selectie op hun beurt. Drie kwartier later zijn de dozen leeg en kunnen de judoka’s aan hun training beginnen. “We zijn grootgebruikers”, zegt Noël van ’t End lachend.

De wereldkampioen van 2019 in de klasse tot 90 kilo wil over een maand vlammen in Tokio. Begin dit jaar won Noël (30) de Doha Masters, een toernooi waar de beste 36 judoka’s van de wereldranglijst aan meedoen. “Dat gaf vertrouwen. Ik sta er goed voor richting Tokio”, zegt hij.

Meer grip

Wie naar zijn lijf kijkt, zou daar anders over kunnen denken. Zijn vingers, enkel en elleboog zien wit van de tape. Anderhalve rol gaat er standaard wel doorheen op een dag. “In het judo loop je van de ene blessure in de andere. We zeggen wel eens: ‘Als je geen pijn hebt, heb je niet goed getraind.’ Zonder tape kan ik niet trainen.” Zijn vingers tapet Noël zelf. Middel- en ringvinger plakt hij aan elkaar en ook zijn pink krijgt versteviging. “Je vingers zijn heel belangrijk in het judo. Daarmee pak je je tegenstander vast. Die wil je grip natuurlijk breken. Door de tape voel ik meer grip en bescherm ik mijn vingers. Anders schieten ze alle kanten op, uit de kom of erger. Ik heb wel eens een open vingerbreuk gehad.” De tape om zijn enkel is een overblijfsel van gescheurde enkelbanden die hij vlak voor de Spelen van Rio de Janeiro in 2016 opliep. Zijn banden zijn sindsdien wat zwakker en om herhaling te voorkomen, laat hij zijn enkel voor elke training en wedstrijd intapen door de fysiotherapeut. “Ik vind de gewone witte sporttape het prettigst. Die is niet elastisch en blijft goed zitten. Mijn vingers doe ik zelf, maar de rest laat ik doen door de professional.”

Door de tape voel ik meer grip en bescherm ik mijn vingers

Noël van ’t End

Preventief tapen

Vaak is dat Cynthia Bos, hoofd fysiotherapeut van de Judobond. 24 uur per week is zij op Papendal voor behandelingen en tapen. Daarnaast plant zij de andere fysiotherapeuten in en regelt ze bezoeken aan de sportarts en afspraken bij de masseur. Ook gaat ze vaak mee naar grote toernooien. Straks in Tokio is ze erbij. “Je merkt aan alles dat de Spelen belangrijker zijn dan alle andere toernooien. Maar mijn werk als fysiotherapeut is nog steeds hetzelfde. Ik moet er vooral voor zorgen dat ik voldoende spullen bij me heb, want we zijn een tijd van huis. Er moeten heel wat dozen tape mee naar Tokio.”Cynthia werkt sinds 2007 bij de Judobond als fysio- en manueel therapeut. Inmiddels heeft ze veel ervaring met judoblessures. “In deze sport komen veel verschillende blessures voor, maar knieën, enkels en ellebogen zijn wel koplopers. Regelmatig tapen we die preventief. Dat geldt met name voor de wat oudere judoka’s. Zij hebben vaak in het verleden blessures gehad en bovendien ligt de belasting bij hen heel hoog. Er zijn wel judoka’s die zonder tape trainen, maar die zijn echt in de minderheid. Dat zijn vaak de jongere sporters die hier ook trainen. Als je vijftien bent is de belasting nog niet zo hoog en heb je over het algemeen nog niet zo’n groot blessureverleden.”

Geen lijmresten

De witte sporttape van Leukotape is de tape die Cynthia verreweg het meest gebruikt. Deze is al jaren favoriet bij haar. “Leukotape is sterk en blijft goed zitten, ook onder zware belasting. En het is ook prettig dat het na de training makkelijk van de huid af gaat. Er blijven geen lijmresten zitten.” Elastische tape, Leukotape K, wordt af en toe gebruikt bij krachttrainingen of buiten de trainingen om. “Tijdens de judotrainingen geven veel judoka’s de voorkeur aan de starre tape, want dan hebben ze juist versteviging nodig”, aldus Cy nt hia.Braces gebruiken judoka’s nauwelijks. Noël: “Bij judo komt er zoveel kracht op te staan, dat braces snel te los gaan zitten. En als er harde materialen in zitten, mogen we ze niet gebruiken. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn voor de tegenstander. Ik vind de gewone witte sporttape het prettigst. Die is niet elastisch en blijft goed zitten.”Naast zijn vingers en enkel traint Noël sinds kort ook met een ingetapete elleboog. Die overstrekte hij onlangs. “De tape zorgt ervoor dat ik hem niet helemaal kan strekken of buigen. We maken wel eens grappen dat ik nu een dinosaurusarmpje heb, zo’n kort T-rex-armpje”, zegt hij lachend. “Deze blessure is vervelend, maar als het goed is is mijn elleboog over twee weken weer oké. Ik maak me geen zorgen richting Tokio.”