Elke sportvereniging zou een AED die altijd bereikbaar is moeten hebben

Oefening baart kunst, herhaling is van levensbelang!

Uit onderzoek van het NGS en de KNVB onder voetbalverzorgers bij amateurclubs afgelopen voorjaar is gebleken dat maar liefst een derde van de verzorgers geen geldig reanimatiecertificaat heeft. Het Mulier Instituut berichtte in diezelfde tijd dat op ongeveer twee derde van de sportverenigingen een AED hangt, maar dat het overgrote deel daarvan binnen hangt, soms achter slot en grendel. Slechts achttien procent is 24/7 bereikbaar. Op beide vlakken valt een hoop te verbeteren.

Jaarlijks worden in Nederland 17.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Reanimatie en de inzet van een Automatische Externe Defibrillator (AED) binnen zes minuten biedt de grootste kans op overleven. Een ambulance is vaak pas na vijftien minuten ter plaatse. “Elke minuut dat je er sneller bij bent, levert enorm veel op voor de overlevingskansen”, zegt Edwin Goedhart. Hij is manager van het KNVB Sport Medisch Centrum en teamarts van het Nederlands elftal.

Leven en dood

Elke sportvereniging zou een AED die altijd bereikbaar is moeten hebben, vindt hij. Daar schort het nog al eens aan. “Internationaal gezien doen we het goed, maar het kan nog veel beter. Ook in het jaarlijks laten controleren van de AED”, zegt Edwin. Bovendien is er lang niet altijd iemand aanwezig die het apparaat kan bedienen. “Er zijn heel goede cursussen voor. Maar die moet je wel doen, en ook regelmatig herhalen. Het liefst ook met meerdere mensen van de vereniging. Er wordt al snel naar de masseur gekeken. Maar wat als hij of zij mee is met een uitwedstrijd? Bovendien is het sowieso beter om te reanimeren en de AED te bedienen met zijn tweeën.” Verenigingen hebben hartveiligheid lang niet altijd scherp op hun netvlies. Er is meer aandacht voor veelvoorkomende blessures zoals enkel- en hamstringkwetsuren. “Ergens snap ik dat wel”, zegt Edwin. “Gelukkig hebben de meeste verenigingen nog nooit te maken gehad met iemand die een hartstilstand kreeg op de club. Maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen vele malen groter dan een paar weken of maanden niet kunnen voetballen. Daarom is het wel een heel belangrijk onderwerp. Het gaat letterlijk om leven en dood.” En dat komt vaker voor dan je denkt. Volgens cijfers van de Hartstichting overlijden in Nederland jaarlijks 150 tot 200 mensen tijdens of vlak na het sporten. Dat zijn er drie tot vier per week. Toeschouwers zijn hier niet bij meegerekend

Jaarlijkse herhaling

In het onderzoek van het Mulier Instituut geven sportclubs als een reden voor het niet hebben van een AED aan dat sporters over het algemeen jong en gezond zijn en daarom minder risico lopen. Buiten het feit dat dat niet altijd op gaat (denk aan Christian Eriksen, Daley Blind en Abdelhak Nouri), bezoeken ook veel oudere mensen sportclubs. Als toeschouwer (opa’s en oma’s die naar hun kleinkind komen kijken) of als sporter zelf. Edwin: “Walking Football is enorm populair. Daar moeten verenigingen ook rekening mee houden.” Er is een aantal dingen dat verenigingen kunnen doen. Ten eerste zorgen voor een 24/7 toegankelijke AED. Daarnaast kunnen ze inventariseren wie een geldig reanimatiecertificaat hebben en een AED kunnen bedienen. Edwin: “Misschien loopt er wel een aantal bedrijfshulpverleners rond op de club zonder dat men het weet. Hun kennis en kunde is van grote waarde voor de club.” Daarnaast kan de club een cursus op de vereniging organiseren om vrijwilligers te leren de AED te bedienen. “En zorg ook voor de jaarlijkse herhaling. Kennis en vaardigheden zakken weg als je ze een tijdje niet gebruikt. Gelukkig hoeven de meeste mensen nooit in actie te komen voor een reanimatie. Maar als het moet, wil je kunnen vertrouwen op je kennis en kunde. Met een jaarlijkse herhaling heb je veel meer zelfvertrouwen om te handelen. Het is niet voor niets dat wij artsen ook elk jaar op herhaling moeten”, zegt Edwin.

Diepe indruk

Hij ziet een belangrijke taak voor masseurs. “Masseurs zijn bij amateurverenigingen de uitgelezen personen om hartveiligheid onder de aandacht van het bestuur te krijgen. Maak het belangrijk op de club. En zorg er samen met het bestuur voor dat je niet de enige bent die de AED kan bedienen.” Masseurs moeten zelf ook het goede voorbeeld geven. Dat één derde van de ondervraagden geen geldig reanimatiecertificaat heeft, is geen goede zaak. Edwin: “Ik snap het wel. Men laat hem vast niet expres verlopen. Het gebeurt gewoon vanwege andere prioriteiten. Maar ook hier geldt dat jaarlijkse herhaling heel belangrijk is. Dan ben je er klaar voor, mocht je het nodig hebben.” Dat weet Jaap Stein maar al te goed. Hij is inmiddels 73 jaar. Tot aan zijn pensioen was hij tientallen jaren verzorger bij verschillende amateurclubs. Zijn laatste club, tot 2015, was Alphia in Alphen aan den Rijn. Daar was hij vijftien jaar verzorger. In die jaren heeft hij één keer moeten reanimeren en daarnaast nog één keer bijna. Beide gebeurtenissen hebben diepe indruk gemaakt op Jaap. “Tijdens de reanimatie werk je op de automatische piloot. Maar daarna komen de emoties. Ik was heel blij dat ik door mijn jaarlijkse bijscholing precies wist wat ik moest doen.

Reanimatiecertificaat

De eerste keer dat Jaaps kennis van de hartmassage nodig was, was tijdens een thuiswedstrijd van Alphia. “Ik zat in de dug-out en opeens kwam er iemand naar me toe gerend. ‘Jaap, kom snel! Er is iemand onwel geworden in de kantine.’” Jaap sprintte naar het clubhuis, waar een supporter van de tegenstander een harstilstand had. Hij begon meteen met de reanimatie en werd daarbij geholpen door een omstander die ook een reanimatiecertificaat had. “We hebben gereanimeerd tot de ambulance kwam. Helaas heeft het niet geholpen en is deze meneer overleden.” De tweede keer was een paar jaar later. Jaap begeleidde de warming-up van het team van Alphia toen de assistenscheidsrechter van het team onwel werd. “Ik heb meteen iemand de AED, die gelukkig voorhanden was, laten halen en ben bij hem gaan zitten. Alles stond stand-by voor als hij zou wegvallen, maar gelukkig heb ik hem bij kennis kunnen houden tot de ambulance er was. Hij is in het ziekenhuis gedotterd en godzijdank is alles goed komen.”

Verlenging

Beide gevallen tonen aan dat het essentieel is voor een verzorger om te weten hoe te handelen in het geval van een (dreigende) hartstilstand. Een geldig reanimatiecertificaat is daarvoor noodzakelijk. Jaap: “Je moet elk jaar opnieuw je certificaat verlengen met een herhaalcursus. Oefening baart kunst. Gelukkig komt het niet vaak voor dat je echt moet reanimeren, maar daarom is het juist belangrijk dat je regelmatig oefent. Bovendien veranderen de richtlijnen nog wel eens. Bij een herhalingscursus leer je of er dingen veranderd zijn. Zo blijft je kennis actueel.” Jaap vindt dat sportclubs zich veel meer moeten realiseren hoe belangrijk het is dat de verzorger kan reanimeren. Hij heeft zijn kennis zelf twee keer moeten toepassen. Dankzij snelle en goede reanimatie overleven gelukkig veel mensen een hartstilstand, ook op sportverenigingen. “Maar dan moet er wel iemand op de club zijn die kan reanimeren en de AED kan bedienen. De verzorger moet dat kunnen. Omstanders komen naar jou als verzorger toe als iemand medische hulp nodig heeft. Men verwacht – terecht – dat jij kan reanimeren. Clubs zouden een geldig reanimatiecertificaat als harde eis moeten hebben als ze een verzorger aannemen en ook jaarlijks om een herhaling moeten vragen. Dat kan veel ellende voorkomen.”

Voor een reanimatiecursus bij jou in de buurt kijk je op www.ngsmassage.nl/reanimatie-en-ehbo.

Tip voor sportverenigingen

Ben je op zoek naar een sportverzorger? Ga dan voor een NGS-masseur® met een geldige licentie. Zij zijn in het bezit van een geldig reanimatiecertificaat. Je kunt heel eenvoudig een vacature plaatsen via: www.ngsmassage.nl/vacature-plaatsen.