Massage van littekens helpt klachten verlichten

Scarmanagement

Littekens, iedereen heeft er wel een. Een kleintje, als gevolg van een weggesneden wrat. Of een grote, door een keizersnede of een grote knieoperatie. Zelfs jaren later kunnen littekens klachten geven. Niet alleen op de plek van het litteken zelf, maar ook elders in het lichaam. Met een specifieke massage van het litteken en omgeving kunnen masseurs klachten helpen verlichten. “Scarmanagement is een prachtige aanvulling op het werk van masseurs”, zegt Loes van Schaijik.

“Een litteken kan voor verminderde mobiliteit zorgen”

Zij is NGS sportzorgmasseur en sinds 2013 ook fysiotherapeut. Ze heeft zich onder andere gespecialiseerd in fascia. Onlangs gaf ze een webinar over scarmanagement. “Het is altijd belangrijk om te vragen of je cliënt littekens heeft van operaties. Het zou namelijk best zo kunnen zijn dat rugklachten eigenlijk mede veroorzaakt worden door een litteken in de buik. Of klachten aan de voet door een litteken op de knie”, zegt ze.

Minder doorstroming

Dit komt door de fascia, bindweefsel. “Een vaak theoretisch ongrijpbaar iets”, zegt Loes. Fascia wordt ook wel het zachte skelet genoemd, en omvat alles van de opperhuid tot en met het botvlies. “Fascia is opgebouwd uit laagjes, vliezen. Het zorgt ervoor dat organen, spieren en weefsels goed over elkaar heen kunnen glijden. Tegelijkertijd verbindt de fascia alles in het lichaam met elkaar via bind-weefselnetwerken. Je kunt het een beetje vergelijken met een soort spinnenweb en spekkoek in één. Verbeeld je eens in dat je met een mes door dat koekweb heen snijdt. Het lichaam vormt contractiele vezels die de wondranden bij elkaar trekken, vliezen herstellen zich. Maar dat gebeurt niet altijd optimaal. Lagen raken verkleefd en draden raken verward, stug. Zo’n litteken kan voor verminderde mobiliteit zorgen. Eerst lokaal, maar dat kan zich uitbreiden: ook het weefsel rond een litteken zit dan vast. Daardoor is er minder doorstroming, waardoor alles eromheen nog vaster gaat zitten.” Loes kan er zelf over meepraten. Ze brak ooit haar tibia plateau, het deel van het scheenbeen dat deel uitmaakt van het kniegewricht. Ze werd er twee keer aan geopereerd. Ze trekt haar spijkerbroek omhoog en wijst op een streep van zo’n 17 centimeter lang. “En hier zie je een klein stipje. Daar is een schroef erin gezet en er weer uitgehaald”, wijst ze.

Cliëntendossier

Om de rol van het fasciaweb te illustreren, pakt ze een potlood met daaraan een touwtje dat ze richting haar voet legt. “Dit touwtje stelt fascia voor. Het potlood is de schroef”, vertelt Loes. Ze draait aan het potlood, net zoals de schroef die eerst in en later weer uit de knie is gedraaid. “Dan zie je dat die draad op spanning komt. Dat gaat steeds verder. Aan het eind zit je voet. Het kan zijn dat je daar last krijgt, terwijl de oorsprong in het litteken in de knie zit. Je kunt dan de voet behandelen wat je wil, maar de klachten zullen niet beter worden.”

Datzelfde geldt voor mensen die een buikoperatie hebben ondergaan. Soms gaan ze daardoor krom lopen, waardoor ze nek- en rugklachten krijgen. “Daarmee gaan ze misschien naar een masseur. Als je na een paar behandelingen niet de gewenste verbetering ziet, kijk dan verder. Een litteken kan mede de oorzaak zijn van aanhoudende klachten. Het is verstandig om bij alle cliënten te informeren naar eventuele littekens en die op te nemen in het cliëntendossier, hoe klein ook”, vertelt Loes.

Het goede nieuws is dat masseurs een rol kunnen spelen in de behandeling van littekens. Een stevige lokale ‘minimassage’, zoals Loes het noemt, kan ervoor zorgen dat de huid en het weefsel daaronder weer soepel worden. Ze noemt als voor-beeld een cliënt die als kind een flinke huidtransplantatie had ondergaan van-wege een melanoom. “Dat was geen huid meer te noemen. Het leek meer op een plank. Maar met behulp van mijn en zijn eigen massages kwam er weer souplesse en gevoel”, vertelt ze.

Hoe ga je te werk?

Het allerbelangrijkste is de communicatie met de cliënt, zegt Loes. Hij of zij moet er aan toe zijn en is altijd de baas. Het kan pijnlijk zijn, zeker als het oude littekens betreft die erg vast zitten. De cliënt moet te allen tijde aan kunnen geven wanneer er gestopt wordt. Pijn op zich is niet erg, dat betekent dat er rek en verschuiving terugkomt in het weefsel. “Maar vraag regelmatig hoe het gaat. Let ook op het gezicht van je cliënt of op een andere stressreactie van het lichaam.”

Het tweede, even belangrijke, aspect is voelen. “Voelen hoe het weefsel onder je handen reageert, voelen wat er dieper in het lichaam gebeurt. Dit doe je door te werken op je eigen uitademing. Daarmee komt er ruimte voor aandacht en voelen in plaats van dat je in je hoofd blijft hangen”, zegt Loes.

“Betere doorbloeding betekent herstel”

en techniek die kan worden toegepast is het stevig vastpakken en optillen van het litteken, inclusief onderhuids bindweefsel. “Leun vervolgens langzaam naar alle kanten en laat uitrollen, in de lengte en dwars erop. Kijk waar het weefsel heen wil. Kneed daar naartoe en vervolgens alle kanten op.” Ook ‘krassen’ met de bovenkant van de nagel over het litteken is een techniek. Dit geeft rek in het stugge littekenweefsel. “Het is belangrijk om langzaam te werken, dan komt het effect dieper. Lift en move, trek en duw, kneed. Vaak beweegt het litteken al wat meer mee als je er daarna eroverheen wrijft.” Het is niet erg als de huid rood wordt. “Dit laat zien dat er betere doorbloeding is. En dat betekent herstel”, zegt Loes.

Tape

In principe zijn alle littekens te behandelen, zowel verse als oude. “Verse littekens doe je voorzichtig. Oude littekens zijn vaak verkleefd. Daarmee moet je wat harder aan slag. Daarom is het het beste om zo vroeg mogelijk te beginnen, dan kun je veel verklevingen voorkomen.” Zowel littekens op ledematen als op zachte lichaamsdelen zoals de buik kun je masseren. Loes: “Het spreekt voor zich dat je op de buik zachter en met andere aandacht werkt dan op bijvoorbeeld de knie.

”Na de behandeling kun je deze afsluiten met tape. Crosstape is een goede optie, zegt Loes. “Die plak je op het litteken, zo nodig meer achter elkaar over de hele streep van het litteken. Crosstape verlicht en bij elke beweging wordt het litteken nog een keer gemasseerd.” Ook kun je kleine stukjes kinesiotape van 1 bij 7 centimeter gebruiken. Die leg je kruislings aan. “De kruisjes liggen steeds boven en onder het litteken. Dan krijg je de meeste werking op het litteken zelf”, zegt Loes tot besluit.

Meer weten?

Wil je meer weten over scarmanagement? Kijk dan het webinar terug. NGS-leden kunnen hiervoor inloggen op het Ledenportaal. Niet-leden kunnen de link vinden op www.allesovermassage.nl. Dit webinar is een van de ruim 35 webinars die On-demand beschikbaar zijn. Regelmatig komen er nieuwe bij.

Wanneer behandel je niet?

• Bij open wonden of risico daarop. Als de krammetjes er nog in zitten, blijf je ervan af. Het litteken kan dan weer open gaan.

• Bij bacteriële infecties.

• Bij onrustige of verse brandwonden.

• Bij oncologische onzekerheden.

• Als je cliënt het (nog) niet wenst. Een litteken kan in een heel intiem gebied liggen, bijvoorbeeld na een keizersnede.

Korting op het webinar SCAR management

Vond je dit artikel interessant?
Volg nu ons On-Demand webinar SCAR management, tijdelijk met €15,00 korting!

Gebruik de code: feb2024

Registratiepagina: https://allesovermassage.webin...

Inhoud
Littekens kunnen bewust of onbewust verstorend zijn voor je functioneren als mens als geheel, niet alleen fysiek:

  • vers of van heel lang geleden, dus nauwelijks nog merkbaar, schijnbaar;
  • groot en invasief of klein, van een kijkoperatie;
  • niet alleen storend op de plek zelf, maar via fasciale verbindingen op heel andere locaties heel andere klachten veroorzaken en in stand houden.

Vraag als masseur altijd naar littekens. Je kunt altijd behandelen.
In dit webinar krijg je zoveel mogelijk praktische handvatten voor toepassing in je eigen praktijk.