Na een blessure te snel het veld weer op met het risico om opnieuw óf erger geblesseerd te raken. Nick van der Horst, gepromoveerd sportfysiotherapeut bij de KNVB, herkent het als geen ander. Zijn passie voor de voetbalsport is zó groot, dat hij zelf als speler na een blessure het liefst ook weer in no time terugkeerde. Maar inmiddels weet hij wel beter: een goede behandeling en meer kennis over blessures is minstens zo belangrijk. Met het platform SoccerDoc speelt hij daar handig op in.
SoccerDoc ontwikkelt en deelt kennis over het medische en fysieke domein in het voetbal. De ontwikkeling van die kennis vindt plaats door deelname aan verschillende wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Opgedane kennis wordt vervolgens niet alleen gedeeld via blogartikelen op de website van het platform SoccerDoc, maar ook door het aanbieden van scholingen en workshops voor fysiotherapeuten, sportartsen, sportzorgmasseurs, fysiek trainers en overige (medisch) betrokkenen. “Iedereen die geblesseerd is en daarom niet kan voetballen, wil het liefst zo gauw mogelijk weer genieten van de sport. Dat herken ik heel goed. Zelf heb ik, toen ik nog voetbalde, last gehad van een slepende enkelblessure. Achteraf gezien ben ik te vaak te snel weer begonnen,” vertelt Nick.
Door meer wetenschappelijke kennis te delen via blogs en bijscholingen, hoopt hij bij te dragen aan een blessurevrije(re) voetbalsport. Zijn belangrijkste doel is voetballers en de medische staf te voorzien van de beste zorg rondom blessurepreventie, blessurebehandeling en fysieke training. “Uiteindelijk wil je natuurlijk het liefst helemaal geen geblesseerden in het voetbal hebben. Iedereen moet kunnen genieten van een optimale fysieke fitheid. Natuurlijk is dat een utopie, daar ben ik me van bewust, maar als we via SoccerDoc iets kunnen bijdragen aan de fitheid en blessurepreventie van voetballers, doen we dat graag.” Het platform SoccerDoc ontstond dan ook vanuit een duidelijke wens van Nick: hij wil wetenschappelijke kennis op een duidelijke manier vertalen naar de praktijk. “Er worden heel veel onderzoeken gedaan op het gebied van (voetbal)blessures, maar vaak blijft het vervolgens bij tekst en literatuur. Er zijn ontzettend veel grote documenten, vol met informatie over gedane onderzoeken, maar uiteindelijk wil je juist in de praktijk dingen beter kunnen doen.” De zogenaamde vertaling van de onderzoeken naar de praktijk bleef volgens Nick de laatste jaren echter achter. Met SoccerDoc probeert hij die vertaling juist wél te maken. “We proberen hapklare brokken te maken voor de praktijk. We komen niet alleen met nuttige weetjes, maar vooral ook met dingen die in de praktijk kunnen worden uitgevoerd. Dat doen we bijvoorbeeld door op onze website blogartikelen te delen en door (digitale) scholingen en workshops aan te bieden.”
Elk jaar is Nick met zijn collega’s te vinden op het voetbalmedisch symposium op de KNVB Campus, waarbij jaarlijks een ander thema wordt belicht. Tijdens die congressen en scholingen worden veelal sprekers uitgenodigd die zelf bij topclubs werken of veel met voetballers te maken krijgen in hun werkgebied. “Zo hadden we bijvoorbeeld het afgelopen jaar Matt Taberner, die jarenlang als hoofd fysieke staf bij Everton werkte, op bezoek bij het voetbalmedisch symposium. Hij gaf een scholing over veldrevalidatie en de opbouw daarvan.” Matt, onderzoeker en revalidatie-specialist uit de Engelse Premier League, gaf voorafgaand aan het symposium ook een workshop over revalidatie na blessures. In die scholing maakte hij gebruik van het zogenaamde ‘control chaos continuüm’, een raamwerk voor ‘return to play’ bij profvoetballers. Hierin wordt gewerkt met verschillende oefenvormen. “Tijdens deze workshop werd de vertaling van de wetenschappelijke kennis naar de praktijk heel duidelijk, omdat er op het voetbalveld veel met voorbeelden gewerkt kon worden. Dat is precies wat je wil. Op die manier kunnen medisch begeleiders de tips en tools uiteindelijk ook gebruiken bij hun eigen werkzaamheden.”
Via de website en middels de scholingen probeert SoccerDoc zo veel mogelijk onderwerpen te behandelen, om zodoende de medische staf te kunnen voorzien van interessante handvatten. “Zo hebben we bijvoorbeeld een e-learning die gaat over voetbalmedisch handelen en de diagnostiek van voetbalblessures, maar hebben we het ook veel over het preventief voorkomen van blessures.” Volgens Nick zijn het interessante onderwerpen voor bijvoorbeeld sportzorgmasseurs. “Zij zijn vaak erg nauw betrokken bij voetbalblessures. Zo zijn er masseurs die bij amateurclubs actief zijn binnen de veldrevalidatie of masseurs die na diverse behandelingen bij de fysio de laatste stapjes in de terugkeer van voetballers faciliteren. Ook hen willen we (beter) kunnen begeleiden bij het behandelen of voorkomen van blessures.”
We dragen via SoccerDoc graag iets bij aan de fitheid en blessurepreventie van voetballers
Toch merkt hij in de praktijk dat de richtlijnen die vaststaan op het gebied van blessurebehandeling en de terugkeer op het veld, niet altijd gevolgd worden. “Er zijn vaak verschillende benaderingen voor eenzelfde blessure. Door de fysiotherapeuten, masseurs of andere betrokkenen in de medische begeleiding van een sporter. Je zou verwachten dat iedereen hetzelfde doet bij een bepaalde blessure, maar in de praktijk is dat helaas niet zo.” Nick gebruikt een hamstringblessure als voorbeeld om uit te leggen op welke manieren sporters behandeld worden. “De ene fysiotherapeut geeft de patiënt oefeningen, de ander richt zich juist op dry needling, weer een ander probeert de blessure te verhelpen met massagetechnieken. Onderzoeken geven ons, via de richtlijnen die voortkomen uit onderzoeken, de houvast om tachtig tot negentig procent van de behandelingen juist op een zelfde manier aan te pakken. Toch gebeurt dat nog niet. Dat toont aan dat er verbetermogelijkheden zijn.” Volgens Nick zou er wat dat betreft een ‘strakker model’ moeten zijn op het gebied van voetbalblessures. “Uiteindelijk wil je stap voor stap iemand weer terugkrijgen op het veld en niet ‘proberen mee te trainen’. Door eerst makkelijke oefenvormpjes aan te bieden en die langzaam uit te breiden naar complexere manieren, rekening houdend met de specifieke blessure van de sporter, is de opbouw wat meer geborgd. Na verloop van tijd wil je de speler langzaam maar zeker weer laten integreren in de groepstrainingen.”
Hoe je dat het beste kunt opbouwen, wil Nick middels SoccerDoc zo goed mogelijk overbrengen richting de betrokkenen. “Sportzorgmasseurs kunnen in dat opzicht gebaat zijn bij meer informatie over de revalidatie-opbouw rondom verschillende blessuretypes, maar ook met meer duiding over het voorkomen van blessures en het gebruik van preventieve maatregelen.” Op de website van SoccerDoc is over die onderwerpen al de nodige informatie te vinden. Ook staat de eerste e-learning, op het gebied van voetbalmedisch handelen en diagnostiek, online. Binnen die cursus, ontwikkeld voor fysiotherapeuten, wordt de voetbalmedische diagnostiek rondom de meest voorkomende blessures (lies, hamstring, knie en enkel) behandeld. Ook is er aandacht voor het adequaat handelen bij medische (nood-)situaties op het veld.
We proberen van de theorie hapklare brokken te maken voor de praktijk
Ondanks de diversiteit aan onderwerpen die SoccerDoc inmiddels behandelt of heeft behandeld, kijkt Nick ook al verder naar de toekomst. “Als je het hebt over sport(zorg)masseurs of fysiotherapeuten, zouden we ook eens kunnen kijken naar massagetechnieken en tapetechnieken die kunnen passen bij de behandeling of preventie van bepaalde blessures.”
Ook de onderwerpen voeding en psychologie zullen op termijn aan de orde komen, weet Nick. “Met de module over voeding in relatie tot blessures zijn we al bezig. Zelf vind ik ook de psychologische kant van sport en blessures heel interessant. Daar wil dus zeker ook iets mee doen.”Door de wereldwijde uitbraak van het coronavirus zullen de huidige en aanstaande scholingen vooralsnog allemaal online plaatsvinden. “Normaal is er elk jaar een voetbalmedisch symposium op de KNVB Campus, maar dat gaat dit jaar niet door. We zijn daarom dus veel bezig met het (door)ontwikkelingen van e-learnings.