Masseren van de ademhalingsspieren

Onafhankelijke bewaking van de kwaliteit in de sportzorg blijft het doel

Masseren van de beenspieren, rugspieren en armspieren is gesneden koek voor masseurs. Maar dat het ook mogelijk is om ademhalingspieren te masseren, is minder bekend. Zonde, vindt Wietske Wind, eigenaar van en docent bij Opleiding Sportmassage Friesland. Onlangs gaf ze voor het NGS een bijscholing over het masseren van spieren die bij de ademhaling betrokken zijn. “Door massage worden de spieren meer ontspannen en dat heeft een gunstige invloed op het ademen”, zegt ze.

Bij de ademhaling zijn verschillende spieren betrokken. Het middenrif (diafragma) is veruit de belangrijkste ademhalingsspier. Dit is een koepelvormige spier die de borst- en buikholte van elkaar scheidt. Hij zit vast aan de onderste ribben. Bij het inademen spant het middenrif samen. Daardoor zakt hij naar beneden, waardoor er ruimte komt in de borst en de longen zich kunnen vullen met lucht. Bij het uitademen ontspant het middenrif zich, gaat omhoog en drukt de lucht weer uit de longen. Een gezond persoon ademt in rust gemiddeld tussen zes en twaalf keer per minuut. Het middenrif maakt deze beweging dus tussen 8.600 en 17.000 keer per dag. En dat is alleen in rust. Tijdens het sporten moet het middenrif, net als veel andere spieren, extra hard werken. Niet zo gek dus dat ook het middenrif aandacht verdient tijdens een massage.

Hulpvraag

Naast het middenrif zijn nog meer spieren betrokken bij de ademhaling. Bij inademen zijn dat de mm. intercostalii externi en mm. scaleni. Bij uitademing werken de mm. intercostalii interni en de buikspieren mee, met name de mm. rectus abdominis. Bij een geforceerde ademhaling, bijvoorbeeld bij het sporten of in een stresssituatie, zijn nog veel meer spieren betrokken: m. sternocleidomastoideus, m. pectoralis minor en major, m. serratus anterior en de halsspieren mm. scaleni. Dit worden meestal hulpademhalingsspieren genoemd. Wietske: “Wanneer de ademhalingsspieren hypertonie vertonen verhoogde spanning heeft dat invloed op de kwaliteit van de ademhaling.”Onbewust zullen veel masseurs (een deel van) de (hulp)ademhalingspieren al meenemen in hun behandelingen. “De hulpvraag van sporters of andere cliënten is vaak een stijve nek of stijve rompspieren. Door te masseren verkrijg je ontspanning in deze spieren met als effect dat er meer souplesse kan ontstaan, ook in de ademhaling. De hulpademhalingsspieren worden wel degelijk gemasseerd, de masseur is alleen vaak niet zo bewust bezig met de gunstige uitwerking van de massage op specifiek deze spieren”, zegt Wietske

''Wanneer de ademhalingsspieren hypertonie vertonen, heeft dat invloed op de kwaliteit van de ademhaling''

Wietske Wind

Effectievere ademhaling

Voor wie wel bewust de spieren die betrokken zijn bij de ademhaling wil behandelen, heeft ze een aantal tips. “Het diafragma zit onder de ribbenboog en masseer je door met vingertoppen lichte druk te geven langs de ribbenboog. Van buik naar rug en andersom.” Bij deze massage ligt de cliënt op de rug op de tafel met de klep in 45 graden. Zorg dat de knieën gebogen zijn. Op die manier is de buik ontspannen. In deze positie kunnen de buikspieren ook gemasseerd worden. Hals-, nek- en borstspieren die helpen bij de ademhaling kunnen ook worden gemasseerd. Zorg voor een goede uitgangspositie van spieren en gewrichten, ontspanning en ondersteuning.

Massage van de (hulp)ademhalingsspieren zorgt ervoor dat deze soepeler worden. De borstkas kan dan meer kan uitzetten, met als gevolg een effectievere ademhaling. Dat geldt met name voor de m. intercostales externus en internus en m. diafragma. “Massage levert een kleine bijdrage aan ontspanning in de (hulp)ademhalingsspieren. Specifiek voor sporters kan dat leiden tot een verhoging van de prestaties.”

Behandelen van de omgeving waarin de ademhaling in het lichaam wordt geregeld, lijkt risicovol, maar volgens Wietske is dat niet zo. “Mits de masseur rekening houdt met goede uitgangshoudingen, zodat de te masseren spieren ontspannen zijn en de gewrichten ondersteund worden. Bij de buikspieren moeten druk en tempo worden aangepast, omdat je rekening moet houden met de organen.”

''In principe is ademen een rustig en zorgeloos proces. Bij problemen is hulp gewenst''

Wietske Wind

Doorverwijzing

Als een cliënt ademhalingsproblematiek heeft, is het aan te raden hem of haar te verwijzen naar de huisarts. “Problemen met ademhalen kan in rust, maar ook bij sportinspanning, voorkomen. Denk aan verkeerd ademen waardoor er bijvoorbeeld hyperventilatie kan ontstaan”, zegt Wietske. De oorzaken van ademhalingsproblemen zijn verschillend. “Men kan technisch een verkeerde ademhaling aannemen, maar een ademhaling kan ook beïnvloed worden door stressfactoren. In dat laatste geval is doorverwijzing naar een psychosomatische therapeut of ademcoach aan te raden. Merk je dat een cliënt tijdens een behandeling niet goed ademt, dan kun je hem of haar ook doorsturen naar een fysiotherapeut of inspanningstherapeut.”

Maar hoe merk je dat iemand niet goed ademt? Wietske: “Dat is bijvoorbeeld als diegene alleen zijn of haar borstademhaling gebruikt en niet meer bij zijn of haar buik kan komen. Voor structurele zorg kun je iemand beter doorsturen. In principe is ademen een rustig en zorgeloos proces. Bij problemen is hulp gewenst.”

Contra-indicaties

Net zoals bij elke massage heeft ook het masseren van de (hulp)ademhalingsspieren contra-indicaties. Pathologische oorzaken zijn bijvoorbeeld post-covid, longemfyseem, astma, COPD en kanker. Voor deze cliënten geldt dat je altijd moet overleggen of massage is toegestaan. De cliënt kan hierover contact opnemen met de behandelend arts.

Zorg voor een goede uitgangspositie van spieren en gewrichten ontspanning en ondersteuning