Sport- en MSK-arts Nando Liem over knieblessures bij wielrenners

''Een verkeerd afgestelde fiets kan veel ellende veroorzaken''

Hoewel het totaalaantal blessures in alle sporten al sinds 2011 afneemt, is het aantal wielrenblessures sindsdien met 44 procent gestegen. Dat blijkt uit recente cijfers van VeiligheidNL. MSK-arts Nando Liem heeft een webinar gehouden over veelvoorkomende wielrenblessures. Hij zag er in zijn tijd als ploegarts van onder andere de Vacansoleil wielerploeg veel voorbijkomen

Net zoals alle sporten kent ook het wielrennen twee soorten blessures: trauma’s en overbelastingsblessures. Nando: “Uit de cijfers blijkt dat trauma’s twee derde van alle blessures veroorzaken en overbelasting de overige. Maar ik denk zelf dat het er meer zijn. Niet alle blessures veroorzaakt door overbelasting worden immers gerapporteerd.” Bij wielrenners ziet Nando regelmatig rugproblemen en blessures aan de knie door overbelasting. Met name in die laatste categorie is veel leed te voorkomen, zegt hij. “Het allerbelangrijkste? Een goede afstelling van de fiets. Zie je binnen een paar behandelingen geen verbetering van de klachten, laat dan altijd een fietsmeting doen, want vaak schort het daaraan.”

''Overpronatie is een indicatie om een wielrenner door te sturen naar een sportpodoloog''

Wie is Nando Liem?

Nando Liem (1971) is sportarts en arts musculoskeletale geneeskunde. Hij studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Als sportarts werkte hij zowel in het betaald voetbal als voor de professionele wielerploegen van Vacansoleil DCM, Argos Shimano (wat later de Sunweb-ploeg werd, het huidige team DSM) en ook voor het Turkse Torku Sekerspor. Tegenwoordig werkt Nando op de Sport- en Rugpoli Brabant in Tilburg. Daarnaast heeft hij een eigen praktijk als sport- en MSK-arts in Meteren, Gelderland.

Vier soorten

Er zijn grofweg vier soorten kniepijn: anterieure, posterieure, mediale en laterale pijn. Anterieure pijn in de knie wordt bij wielrenners veelal veroorzaakt door zogenaamde retropatellaire chondromalacie. “Dat is pijn aan de achterzijde van de knieschijf”, legt Nando uit. Bij het buigen en strekken van de knie wordt de knieschijf tegen het bovenbeenbot aan gedrukt. Normaal gesproken zou de knieschijf mooi door een gootje moeten glijden. “Maar als de knieschijf een beetje naar de zijkant wordt getrokken, raakt aan de achterkant van de knieschijf het kraakbeen geïrriteerd. Dat noemen we retropatellaire chondromalacie”, zegt hij.

De oorzaak bij fietsers is met name een te grote hoek van de knie ten opzichte van het bovenbeenbot (zie afbeelding). Gemiddeld is die hoek bij mannen 12 graden en bij vrouwen 16 graden. “Als die hoek groter wordt, wordt de druk op de knie ook groter”, zegt Nando. De hoek kan anders worden als iemand overproneert. Dat gebeurt als het onderbeen wat wegdraait naar binnen. “De knie erboven draait dan ook verder naar binnen, waardoor de hoek groter wordt.”

Overproneren is niet moeilijk te beoordelen. Een eenvoudige test is om de cliënt te laten squatten op één been. Nando: “Als de knie in een rechte lijn boven de hallux blijft, heeft hij of zij een neutrale pronatie. Zakt hij te ver naar binnen, dus als de knie als over ware over de grote teen heen gaat, is er sprake van overpronatie.” Overpronatie is een indicatie om een wielrenner door te sturen naar een sportpodoloog. Die kan speciale inlegzooltjes voor wielrenners aanmeten.

“Zie je binnen een paar behandelingen geen verbetering van de klachten, laat dan altijd een fietsmeting doen.”

Ganzenpoot

Een zooltje is overigens niet altijd nodig. Soms ligt de oplossing al in lossere clips of kortere crancks (de verbindingsstukken tussen de trapas en de pedalen). Ook een verkeerd afgestelde fiets kan leiden tot retropatellaire chondromalacie. Als het zadel te laag staat, of te ver naar voren, moet de knie veel meer buigen. Ook dat kan ervoor zorgen dat de knieschijf niet meer mooi door het midden glijdt.

De oorzaak van posterieure kniepijn is bij wielrenners niet zelden een overlaste m. popliteus. “Dat is een klein spiertje in de knieholte. Die kan gaan irriteren bij een niet optimale trapbeweging waarbij de knie moet overstrekken”, vertelt Nando. Als de knie eerst overstrekt wordt en daarna moet buigen, moet de m. popliteus hard werken. “Hij moet de knie eerst ‘ontslotten’ voordat hij hem kan laten buiten. En dat zo’n honderd keer per minuut, want dat is de gemiddelde trapfrequentie. Het is niet zo raar dat de popliteusspier dan overbelast raakt”, zegt Nando. De oorzaak is vaak wederom een verkeerde afstelling van de fiets. “Meestal staat het zadel te hoog of te ver naar achter, waardoor de knie moet overstrekken. Ook inlays of lossere clips kunnen een oplossing zijn.” Een te hoog zadel kan overigens niet alleen knieproblemen veroorzaken. Door het schuiven op het zadel kunnen ook hamstringklachten ontstaan.

Mediale pijn is de derde variant waar wielrenners niet zelden mee kampen. Mediale pijn, aan de binnenzijde, kan worden veroorzaakt door een geïrriteerde pes anserinus. Dat is een samenloop van drie pezen van de m. sartorius, m. gracilis en de m. semitendinosus die op hetzelfde punt aanhechten op het scheenbeen. Door de vorm van drie pezen die samenkomen, wordt de pes anserinus ook wel de ganzenpoot genoemd.

“Probeer de spanning eraf te halen, zodat het weefsel de kans krijgt om te genezen”

Structurele oplossing

Sommige wielrenners komen tijdens het fietsen met hun bovenbeen tegen de buis. Daardoor ontstaat er veel rekspanning op de binnenzijde van de knie, waardoor de spieren last kunnen geven. “Het probleem zit niet in de spieren zelf, maar is een irritatie op de aanhechting van de pes anserinus. Je zal als masseur merken dat de spieren gevoelig zijn. Het is belangrijk om spieren en de aanhechtingen goed los te masseren, zodat de spanning eruit gaat”, zegt Nando. Een structurele oplossing ligt opnieuw in de biomechanica, zodat de wielrenner niet steeds met zijn bovenbeen naar binnen tegen de buis aan komt.

Als laatste is er de laterale pijn, aan de buitenzijde. Die komt vaak vanuit de tractus iliotibialis. Dat is de peesplaat die loopt van de bovenkant van het bekken naar het scheenbeen. Die kan gaan irriteren als de kniehoek boven de 60 graden komt. Nando: “Dan gaat hij over de laterale epicondyl van het femur heen. Dat is het bovenbeensbot ter hoogte van de knie, de knobbel die je daar aan de zijkant voelt. Als de tractus iliotibialis met tractie daar overheen gaat, zal deze structuur gaan irriteren.”

Het wordt voorspelbaar, maar ook dit heeft te maken met het niet goed functioneren van de biomechanica. “Een verkeerd afgestelde fiets kan veel ellende veroorzaken, op allerlei vlakken”, zegt Nando. “Je kunt behandelen wat je wil, maar als de fiets niet goed is afgesteld op het lichaam van de fietser, ga je de problemen niet oplossen. Een fietsmeting is daarom erg belangrijk.”

Aan de masseur ondertussen de taak om de zaak goed los te maken. “Detoniseer de structuren. Probeer de spanning eraf te halen, zodat het weefsel de kans krijgt om te genezen.”

Webinars

Het NGS organiseert regelmatig webinars over allerlei onderwerpen. De best bezochte webinars bespreken we in dit magazine. Om die, of een ander webinar, terug te kijken ga je naar https://www.allesovermassage.n...