“Masseur op de club is noodzakelijk als je wilt presteren”

Veel masseurs zijn actief bij een sportvereniging. Met name bij voetbalverenigingen is de masseur niet meer weg te denken. Maar ook andere clubs hebben sportmasseurs in huis. Leiden Atletiek bijvoorbeeld. Trainerscoördinator Franc Overmars: “Massage is noodzakelijk als je wilt presteren en vier keer per week wilt trainen.”

Het is dinsdagavond, even voor half negen. Op de baan van Leiden Atletiek zijn drie groepen aan het trainen. De sprinters zijn net klaar met hun krachttraining. Drie snelle jongens hebben zich verzameld in de verzorgingsruimte voor hun massage. “Nu is het rustig vanwege de vakantie. Maar soms staat er echt een rij”, zegt atleet Jamiro Elabeidi.

Blessuregevoelig

Bij Leiden Atletiek zijn drie sportmasseurs actief. Op dinsdag- en woensdagavond en op zaterdag kunnen de leden van Leiden Atletiek zich laten behandelen. Ook gaat een van de masseurs mee naar grote wedstrijden zoals nationale kampioenschappen of de competitiefinale. “Al zolang ik bij Leiden Atletiek ben, hebben we sportmasseurs op de club”, vertelt sprinttrainer en trainerscoördinator Franc Overmars. “Zij zijn er met name voor de blessurepreventie. En voor de eerste hulp tijdens wedstrijden of trainingen. Het is ooit begonnen als service naar onze leden. Zo langzamerhand denk ik dat het noodzakelijk is als je prestaties wilt leveren en vier keer of meer per week wilt trainen. Je kunt meer trainen omdat de spanning uit je lijf wordt gehaald door de massage.” Daar weet Jamiro alles van. Hij is 22 jaar en gespecialiseerd in de 60, 100 en 200 meter. Al jaren behoort hij tot de beste tien sprinters van Nederland. Eerst bij de jeugd, nu bij de senioren. Hij loopt de 100 meter in 10.67. “Het was mijn doel dit jaar om de selectie voor de 4x100 meter voor het EK in Berlijn te halen. Helaas is dat net niet gelukt. De langzaamste die daar bij is heeft 10.50 gelopen. Dan moet ik maar harder trainen om het de volgende keer wel te halen.” Jamiro traint vier keer in de week. “Ik zou wel meer willen trainen, maar dat gaat niet met mijn blessuregevoelige lijf”, vertelt hij. Met name zijn hamstrings zorgen regelmatig voor problemen. “Ik heb twee keer een blessure gehad aan mijn hamstrings. Ik ben van nature heel stijf en dat is een probleem bij een explosieve sport als het sprinten in de atletiek. Daarom laat ik me minstens één keer in de week masseren. Dat haalt de stijfheid een beetje uit mijn lijf.”

Spanning

Vanavond ligt Jamiro op de bank bij sportmasseur Janet van der Poel. Zij is elke dinsdagavond aanwezig op Leiden Atletiek. Op woensdag en zaterdag zijn er twee andere collega’s. Regelmatig lopen er ook stagiairs van de opleiding sportmassage mee bij de club. Janet is blijven hangen na haar stage. “Jeetje, je kuiten lijken wel van beton”, zegt ze tegen Jamiro. De atleet, die ook student fysiotherapie is, lacht. “Die laat ik bijna nooit masseren. Daarom zijn ze zo hard denk ik.” Voor de kuiten is meestal geen tijd. Vanwege de vakantie is het nu rustig. Alleen Jamiro en twee van zijn trainingsmaten willen gemasseerd worden. “Normaal gesproken zijn er wel zeven of acht op een avond. Dan is er alleen tijd voor de noodzakelijke spieren. Bij mij de hamstrings en bilspieren. Van mijn kuiten heb ik gelukkig nooit last”, zegt Jamiro, terwijl hij op de tafel ligt. Trainer Franc Overmars is blij met de masseurs in huis. Hij raadt zijn pupillen aan om zich regelmatig door hen onder handen te laten nemen. “Ko [Pronk, de coördinator van het masseursteam] komt elk jaar in de groep langs om te vertellen wat hij en de andere masseurs doen. Dat is vooral voor de nieuwe atleten.

Het is belangrijk dat ze zich regelmatig laten masseren. We trainen behoorlijk veel en ongemerkt bouwt zich veel spanning op in de spieren. Nu hebben ze spanning, de volgende keer kramp en weer later kunnen ze niet trainen omdat ze echt last hebben. Met massage willen we dat voorkomen.”

Combineren

De trainer erkent dat hij en zijn atleten zich in een behoorlijk luxe situatie bevinden. Lang niet alle atletiekverenigingen hebben een masseur in huis. “De echt grote clubs, zoals Phanos en Rotterdam Atletiek, wel. Die hebben vaak ook een fysiotherapeut op de club. Daar zijn veel topsporters. Maar als Leiden Atletiek doen we het echt niet slecht. We zijn een relatief kleine vereniging.” Hoewel de club zo’n achthonderd leden heeft, doet maar een fractie van hen aan topsport of top-wedstrijdsport. Jamiro: “Ik ben heel blij dat ik op de club terecht kan voor massage. Voor mij is het noodzakelijk om genoeg te kunnen trainen. Als er geen masseur op de club geweest zou zijn, zou ik zelf op zoek gaan naar een goede sportmasseur. Maar nu kan ik het combineren met de training en dat is wel zo makkelijk.”

Samenwerking met trainers

Ko Pronk is een de drie sportmasseurs van Leiden Atletiek. Naast dat hij zelf masseert, is hij de coördinator van het massageteam. Sinds 2008 is hij actief bij Leiden Atletiek. “De samenwerking is na tien jaar nog steeds heel prettig.” Op woensdagavond en zaterdag is Ko aanwezig op de club. Zijn werkzaamheden zijn sinds 2008 flink toegenomen. “In het begin had ik twee atleten per avond op de tafel. Nu behandelen we met zijn drieën zo’n 25 atleten per week. We willen de club en natuurlijk de atleten zo goed mogelijk ondersteunen op sportmedisch gebied. Doordat we op de club aanwezig zijn, is de stap naar ons heel laagdrempelig. Daardoor weten steeds meer atleten ons te vinden.” De atleten en de trainers waarderen het werk van Ko en zijn twee collega’s. “Het contact met de trainers is goed.” Soms heeft Ko overleg met een trainer over een bepaalde atleet. “Dan zeg ik: hij heeft daar en daar een beetje last van. Ik adviseer om maar op zeventig procent te trainen. De trainers nemen ons advies serieus. En andersom vragen de trainers om iemand die zaterdag een wedstrijd heeft niet te zwaar te masseren. Zo werken we goed samen. Dat is heel belangrijk om atleten zo goed mogelijk voor te bereiden op wedstrijden.” Niet alleen het contact met trainers is goed, ook met andere zorgprofessionals in de Leidse regio werkt Ko prettig samen. “We werken samen met het Sportmedisch Centrum in het Alrijne Ziekenhuis. Daar zitten onder andere sportartsen. Als het nodig is, verwijzen we een atleet naar hen door. En er is vanuit de artsen ook weer terugkoppeling naar ons. Ze vertellen wat ze hebben gedaan en welke vervolgbehandelingen wij als masseurs kunnen doen. Dat werkt heel prettig. Op dezelfde manier hebben we goede contacten met een aantal sportfysiotherapeuten in de stad.” Als coördinator bestiert Ko de behandelkamer. Hij zorgt dat er voldoende voorraad is van massagematerialen, de EHBO-koffers goed gevuld zijn en als er een speciaal verzoek is van de club, zorgt hij daarvoor. Leiden Atletiek betaalt alle materialen die de masseurs gebruiken. Daarnaast is Ko ook coördinator van het medische team tijdens de Gouden Spike. Dat is een jaarlijks terugkerende wedstrijd met nationale en internationale toppers aan de start. Het medische team bestaat dan uit sportmasseurs, EHBO’ers, sportfysiotherapeuten en een sportarts. “Soms lopen we met achttien tot twintig man hier rond. Voor mij is de dag van de Gouden Spike nog steeds een bijzondere.”

Leiden Atletiek

Leiden Atletiek is op 1 april 1996 ontstaan uit een fusie tussen AV De Bataven en Atletiek Vriendenkring Holland. De club heeft zo’n duizend leden. Leiden Atletiek, en haar voorgangers, heeft altijd atleten in de nationale en zelfs internationale top gehad. In het verleden waren dat onder andere Gerda Kraan (800 meter, OS 1960 en 1964, Europees kampioen 1962), Han Kulker (1500 meter, Europees indoorkampioen 1987, zesde plaats OS 1988) en Kamiel Maase (lange afstand, OS 2000, 2004 en 2008). Nu is sprintster Tessa van Schagen de blikvanger van de club. Zij werd in 2016 Europees kampioen op de 4x100 meter en deed mee aan de Olympische Spelen van Rio de Janeiro. Op de afgelopen EK atletiek in Berlijn vertegenwoordigde Noah Schutte Leiden Atletiek op de 3000 meter steeplechase.